Reeds in de negende eeuw trokken veel pelgrims, ook uit onze streken, naar Santiago de Compostela in het noordwesten van Spanje, naar het vermeende graf van de
apostel Sint Jacob.
Het hoogtepunt van de pelgrimage lag in de twaalfde eeuw, toen jaarlijks zo’n half miljoen pelgrims de tocht ondernamen. En dat op een totale West-Eeuropese
bevolking van 50 miljoen zielen! Na de reformatie raakte het pelgrimeren meer en meer in onbruik. Het dieptepunt lag in de eerste helft van de twintigste eeuw, toen buiten Spanje slechts een
enkeling de barre tocht ondernam.
Na de Tweede Wereldoorlog is het tij langzaam gekeerd. In 1991 registreerde het pelgrimsbureau in Santiago 7.000 pelgrims die daar te voet of per fiets waren
gearriveerd.
Sindsdien nam het aantal spectaculair toe. In 1993 riep de Unesco de Camino de Santiago uit tot cultureel erfgoed van de mensheid. Ook dit droeg bij aan de
toename.
In 2009 registreerde het pelgrimsbureau 145.000 pelgrims die hun bestemming Santiago bereikt hadden onder wie ruim 2.000 Nederlanders.
Jaarlijks lopen duizenden mensen de camino. Gebeurde dit in de Middeleeuwen vrijwel uitsluitend vanwege religieuze motieven, heden ten dage is er een veelheid aan
redenen. Sommige zullen dit doen uit culturele of sportieve motieven, andere ondernemen de pelgrimage als rite de passage, bijvoorbeeld als tussenstap tussen studie en start loopbaan of de
overgang van een werkzaam leven naar een bestaan als gepensioneerde.
Maar dit alles kan de spectaculaire toename niet verklaren. Blijkbaar zoeken mensen houvast in een tijd waarin oude instituties als kerk of politieke partij niet
meer vanzelfsprekend de richting in het leven aangeven. Waar individualisering en ontmanteling van de verzorgingsstaat grote leemtes doen ontstaan in de sociale samenhang van onze maatschappij.
Wellicht zoeken nieuwe pelgrims naar nieuwe zekerheden in hun leven door de onzekerheid van de camino aan te gaan. Anderen zoeken verbondenheid door letterlijk in de voetsporen te treden van de
vele miljoenen die hen zijn voorgegaan. Samenvattend kan men zeggen dat de hedendaagse pelgrim op zoek is naar menselijke verbondenheid in een onzekere wereld.
In Nederland hebben veel pelgrims zich verenigd in het in 1986 opgerichte Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Dit kent ongeveer 10.000 leden en is daarmee het
grootste jacobusgenootschap ter wereld. Het genootschap fungeert als ontmoetingspunt en is zowel landelijk als regionaal actief.
De 16 regio’s organiseren jaarlijks diverse activiteiten, als lezingen, wandelingen, informatie-avonden. Het genootschap brengt vier keer per jaar een tijdschrift
uit (De Jacobsstaf), heeft een website (www.santiago.nl) en drie informatiepunten (Utrecht, Vessem en Sint
Jacobiparochie) waar (aspirant) pelgrims met raad en daad terzijde worden gestaan.
De Stichting Pelgrimsvrienden van Sint Jacob is opgericht om initiatieven die gericht zijn op vergroting en verdieping van de belangstelling van de pelgrimage naar Santiago de Compostela in heden en verleden, financieel mogelijk te maken. Dit zullen vooral initiatieven op het gebied van studie en onderzoek zijn, maar ook heel praktische initiatieven waarbij men letterlijk met zijn voeten in de aarde staat. Te denken valt aan daadwerkelijke ondersteuning, bijvoorbeeld aan pelgrims met een beperking of het stimuleren van belangstelling bij groepen waar pelgrimeren nog een witte vlek is, bijvoorbeeld jongeren. Ook het sociale aspect (ontmoetingsplaatsen) wil de stichting ondersteunen.
Stichting Pelgrimsvrienden van Sint Jacob